sep 2019 Weer naar school! Zijn je oogappels correct vastgeklikt?
Uit een studie van VIAS van vorig jaar blijkt dat minder dan 1 kind op 4 (23%) correct is vastgemaakt en vervoerd wordt in een zitje dat aangepast is aan zijn/haar gewicht of lengte. Nog opvallender is dat 13% van de kinderen helemaal niet wordt vastgemaakt. Iets wat wij jammer genoeg zelf nog te vaak moeten vaststellen tijdens onze acties.
Een deel van de foutieve installaties zijn bovendien, zo blijkt uit de studie, te wijten aan het feit dat de ouders niet voldoende tijd nemen om hun kind vast te maken, of omdat het maar om een kort traject gaat. Thans vermindert het correct gebruik van dergelijk kinderbeveiligingssysteem bij een geval van botsing het risico op ernstige tot dodelijke verwondingen. Want een botsing met een snelheid van 50 km/u is te vergelijken met een val van 10 meter. Een niet-vastgeklikt kind vervoeren met de wagen is dus net alsof je het zou laten spelen op een balkon zonder leuning.
Omdat er echter nog heel wat onduidelijkheid is over het correct gebruik van het kinderzitje, zetten we alles nog even op een rijtje.
Wat zegt de wet?
Kinderen (-18 jaar) die kleiner zijn dan 1,35m moeten worden vervoerd in een voor hen geschikt kinderbeveiligingssysteem. Kinderen vanaf 1,35m hebben de keuze tussen de gewone veiligheidsgordel of een kinderbeveiligingssysteem.
Wat is een geschikt kinderbeveiligingssysteem?
Een geschikt kinderbeveiligingssysteem is een systeem dat aangepast is aan het gewicht en lengte van het kind en voldoet aan de laatst geldende veiligheidsnormen.
Er bestaan verschillende categorieën:
Groep 0: geschikt voor kinderen tot 10 kg. Dit zijn de reiswiegen voor in de wagen en bepaalde modellen van babyzitjes tegen de rijrichting in.
Groep 0+: geschikt voor kinderen tot 13kg. Deze babyzitjes worden tegen de rijrichting in geplaatst. Verander enkel van zitje zodra je kleine spruit het maximum toegelaten gewicht heeft bereikt of als zijn hoofd boven de rugleuning uitkomt.
Groep 1 is bestemd voor kinderen van 9 tot 18 kg. Het betreft kinderzitjes die in de rijrichting staan en waarin het kind wordt vastgemaakt met 5 riempjes. Zorg ervoor dat de riempjes niet gedraaid zitten. Span ze goed aan: er mag niet meer dan 1 cm speling tussen de riempjes en het lichaam van het kind zijn. Overstappen op een verhogingskussen kan van zodra het hoofd van het kind over de rand van de rugleuning uitsteekt of het kind 18 kg weegt.
Groep 2 is voorzien voor de groep 15-25 kg en groep 3 voor 22-36 kg. In de praktijk worden deze 2 groepen vaak gecombineerd: het zijn de verhogingskussens (15-36 kg). Het kind wordt op het verhogingskussen geplaatst en vastgeklikt met de gewone driepuntsgordel van de wagen. De veiligheidsgordel moet daarbij over de schouder van het kind lopen en dus niet onder de arm door. Let er wel op dat een verhogingskussen zonder rugleuning enkel toegelaten is voor kinderen vanaf 1m25 en meer dan 25 kg.
Mogen kinderen voorin zitten?
Ja. Kinderen mogen, ongeacht hun leeftijd, voorin op de passagiersstoel zitten, op voorwaarde dat ze worden vastgemaakt zoals de wet het voorschrijft. De enige beperking: het is verboden een kind in een autozitje tegen de rijrichting in (naar achteren gericht) te zetten op een plaats die is uitgerust met een frontale airbag, tenzij deze uitgeschakeld is.
Wat is de veiligste plaats voor kinderen in de wagen?
De plaatsen achterin zijn veiliger. Maar als het onmogelijk is om je kind veilig vast te maken op de achterbank, is het beter je kind voorin correct vast te klikken in een aangepast beveiligingssysteem.
Uitzonderingen
De wet laat een aantal uitzonderingen toe. Zo is de algemene regel niet van toepassing in taxi's, voertuigen met meer dan 8 passagiersplaatsen, autobussen en autocars. De regel geldt evenmin wanneer achterin geen derde kinderbeveiligingssysteem kan worden geïnstalleerd omdat er al twee andere in gebruik zijn, en in geval van incidenteel vervoer over een korte afstand, voor kinderen die niet door de ouders worden vervoerd. In die gevallen mogen kinderen vanaf 3 jaar achterin worden vervoerd als ze met de gewone veiligheidsgordel zijn vastgeklikt. Let wel: het gaat steeds om uitzonderingen voor zeer specifieke gevallen. De algemene regel blijft de beste veiligheidswaarborg. Wijk er daarom zo min mogelijk van af.
Een paar vaak gestelde vragen…
- Waar moet je op letten bij de aankoop van een autozitje?
Vooraleer je een autozitje koopt, is het aan te raden om het uit te proberen in je wagen. In sommige auto's zijn de gordels namelijk te kort om een babyzitje correct vast te maken. Als dit zo is, kan je beter een ander model van zitje kopen; er bestaan modellen die minder gordellengte nodig hebben. Let erop dat het zitje ook een goede zijdelingse bescherming biedt, vooral aan het hoofd. Voor een kinderzitje (groep 1 van 9-18 kg) kies je bij voorkeur een zitje met een systeem om de gordel extra aan te spannen. Dit systeem zorgt ervoor dat de autostoel goed vastzit, wat veiliger is. Kan je moeilijk kiezen, of zie je door het bos de bomen niet meer, vergelijk kinderzitjes op de website van Test-Aankoop.
-
Hoe weet je of een zitje voldoet aan de geldende veiligheidsnorm?
Elk bevestigingssysteem dat verkocht wordt, moet een ECE label dragen. Je kunt dit terugvinden op het etiket op het zitje (een cirkel met "E" gevolgd door een cijfer). Dit bewijst dat het zitje is goedgekeurd volgens de Europese Veiligheidsnorm, ECE R44/04 of 03. Om te weten of een bevestigingssysteem nog recent genoeg is qua veiligheid, moet je kijken naar het homologatienummer. Dit nummer (dat bestaat uit veel cijfers) vind je onderaan op het etiket. Het homologatienummer moet beginnen met 03 of 04 om te voldoen aan de meest recente veiligheidsvoorschriften.
Meer informatie vind je terug op volgende website: https://www.kinderenindeauto.be/
Geraadpleegde bronnen: www.vias.be, www.test-aankoop.be/vergelijkkinderzitje