apr 2018 Helm op, fluo top!
Te voet, met de fiets, met de bromfiets, of het openbaar vervoer,… alle dagen maken we deel uit van het verkeer. Nu de lente officieel weer in het land is, wordt de fiets opnieuw van onder het stof gehaald en kiezen mensen er vaker voor om zich bij korte afstanden te voet te verplaatsen. Als fietser en voetganger ben je echter erg kwetsbaar in het verkeer. Motorvoertuigen zijn groter, zwaarder en overheersend. Als het tot een aanrijding komt, zijn de lichamelijke gevolgen dikwijls zwaar. Oplettendheid en voorzichtigheid gaan in het verkeer hand in hand. Een ongeval is snel gebeurd; heb daarom oog voor elkaar.
Fietsers, voetgangers en andere zwakke weggebruikers:
Volgende personen worden door de wegcode als zwakke weggebruikers beschouwd:
- voetgangers (of daarmee vergelijkbare weggebruikers: personen die een kruiwagen, een kinderwagen, een invalidenvoertuig of enig ander voertuig zonder motor, dat niet meer ruimte nodig heeft dan een voetganger, voortduwen en personen die met de hand een fiets of een tweewielige bromfiets voortduwen);
- personen met een handicap die zich met een manuele of een elektrische rolwagen verplaatsen, die niet sneller dan stapvoets rijdt;
- fietsers;
- passagiers van een motor- of een spoorvoertuig.
Kortom, elke weggebruiker die niet de bestuurder is van een motor- of spoorvoertuig is een zwakke weggebruiker. Zij genieten dan ook van een verhoogde bescherming op de openbare weg.
Verhoogde bescherming, wat is dat?
Verhoogde bescherming op de openbare weg houdt in dat bestuurders van motorvoertuigen voorrang dienen te verlenen aan zwakke weggebruikers wanneer die zich op een zebrapad bevinden of op het punt staan zich erop te begeven.
Bovendien voorziet men in de wegcode ook dat elke bestuurder bijzonder voorzichtig moet zijn, moet vertragen en zo nodig moet stoppen in aanwezigheid van kinderen, blinden, personen met een handicap of bejaarden, voetgangers of fietsers. Wie één van deze categorieën van weggebruikers in gevaar brengt, begaat immers een overtreding.
Bij een ongeval is het zelfs zo dat de verzekeraar van het voertuig alle lichamelijke schade aan de zwakke weggebruiker dient te vergoeden, ongeacht wie in de fout is gegaan. Dergelijke ongevallen kunnen zeker vermeden worden. Hieronder daarom enkele tips voor bestuurders.
Tips voor bestuurders
- Geef steeds voorrang aan een oversteekplaats:Beeld je in dat er zich omgekeerde driehoeken (haaientanden) op het wegdek bevinden, vóór de witte strepen van de oversteekplaats. Personen die op die plaats oversteken of op het punt staan om dit te doen, genieten voorrang.
- Vertraag:Het verkeersreglement zegt dat je een zebrapad slechts met matige snelheid mag naderen. Je kunt maar beter voorzichtig zijn en anticiperen op gevaar door te vertragen. Je moet kunnen stoppen vóór de oversteekplaats, want voetgangers durven wel eens over te steken zonder te kijken. Ook wanneer andere zwakke weggebruikers zich op de openbare weg begeven, moet je kunnen anticiperen. Vertragen in de nabijheid van zwakke weggebruikers is dus de boodschap.
- Sla je af ? Wees dan dubbel voorzichtig: Bij het afslaan in straten is dubbele voorzichtigheid geboden. Je moet voetgangers, fietsers, en andere zwakke weggebruikers uiteraard voorrang geven.
- Zoek oogcontact: Probeer oogcontact te maken met de zwakke weggebruiker om zo elk risico op een ongeval uit de weg te gaan. Als je oogcontact hebt, weet hij of zij dat je hem gezien hebt en kan je op dit gedrag anticiperen.
- Haal niet in bij het naderen van een oversteekplaats: Het is verboden een bestuurder links in te halen als deze een onbeschermde oversteekplaats voor voetgangers nadert of ervoor stopt.
- Stop niet op een oversteekplaats, voet- of fietspad; dit is gevaarlijk: Stilstaan op een oversteekplaats, voet- of fietspad verplicht de zwakke weggebruiker om tussen de auto’s te slalommen. Dit is niet alleen storend, maar ook nog eens heel erg gevaarlijk. Probeer daarom het voorliggende verkeer in te schatten zodat dergelijke situaties zich niet kunnen voordoen.
Het spreekt voor zich dat niet enkel automobilisten oog moeten hebben voor de zwakke weggebruiker, maar dat de zwakke weggebruiker ook oog dient te hebben voor alle andere verkeer dat zich op de openbare weg begeeft. Veel ongevallen kunnen namelijk al vermeden worden indien voetgangers en fietsers zich bewust zijn van de gevaren in het verkeer, zij hun gedrag hierop aanpassen, en zich met fluohesjes, fietshelmen,… hiertegen wapenen. Onthoud als zwakke weggebruiker daarom het volgende: helm op, fluo top!