jan 2016 Voorzorgen voor dieren die in de winter op de weide blijven
Mensen maken zich in de winterperiode wel eens zorgen over dieren die in de weide staan. De temperatuur kan in de winter onder nul duiken maar paarden, pony’s, ezels, koeien, schapen en geiten kunnen hun lichaamstemperatuur redelijk goed op peil houden. Zo rillen ze om hun temperatuur te verhogen, zetten ze hun haren op om een isolerende luchtlaag te creëren, versnellen ze hun metabolisme, … Landbouwhuisdieren komen dus zonder veel problemen ongeschonden de winter door in de weide, maar ze moeten wel voldoende eten, drinkwater (niet bevroren) en een tochtvrije beschutting hebben.
Natuurlijke beschutting of schuilhok verplicht op de weide voor paarden
Vanaf 10 januari 2013 zijn er enkele wijzigingen van kracht aan de wet op het dierenwelzijn. Zo moeten alle paardachtigen (paarden, pony’s, ezels, …) die buiten worden gehouden, kunnen opgestald worden. Kan dit niet dan moet er een beschutting op de weide zijn. Dit kan een schuilhok of een natuurlijke beschutting zijn (hagen of bomen die voldoende bescherming bieden tegen neerslag en wind).
Deze dieren passen zich uitstekend aan aan de koude, op voorwaarde dat ze niet verzwakt zijn door bijvoorbeeld ziekte of ouderdom en dat hun vacht ongeschoren is.
Koeien, schapen en geiten
Deze dieren kunnen heel goed tegen de kou als ze:
- voldoende eten hebben.
- voldoende drinkwater hebben.
- een droge, tochtvrije schuilplaats hebben.
Katten en honden
De vacht van katten en honden isoleert hen deels tegen de kou, maar is niet bestand tegen koude temperaturen over een langere periode. Zij kunnen onderkoeld raken. Het wordt erger als de vacht nat wordt door regenweer of sneeuw. Geef je hond of kat de kans om binnen te schuilen (kelder, bijkeuken, garage,…), zeker als ze geen droge en warme schuilplaats hebben.
Andere dieren
- Kippen moeten binnen kunnen. Ze zijn gevoelig voor bevriezing van de kammen en lellen.
- Struisvogels en emoes hebben een afdak nodig. Zij kunnen wel tegen kou maar niet tegen regen en sneeuw.
- Lama’s en alpaca’s hebben een droge ligplaats nodig. Zij hebben een dikke vacht maar liggen graag droog.
Samengevat
- Tijdens periodes van strenge vorst is het belangrijk dat de dieren over een afdak of natuurlijke schuilplaats beschikken. De schuilplaats moet groot genoeg zijn zodat alle dieren op de weide op een droge plaats kunnen liggen. Als er geen schuilplaats is in de weide, moeten de dieren binnengehaald worden.
- De voeding moet aangepast en voldoende zijn om aan de energiebehoefte van het dier te voldoen. De energiebehoefte stijgt naarmate de temperatuur daalt.
- Er moet zeer regelmatig vers drinkwater voorzien worden. Als er ijs ligt op de drinkbakken, dan moet dit ten minste tweemaal per dag worden gebroken.
Wat doe je als je denkt dat er sprake is van verwaarlozing?
- Tracht eerst te praten met de eigenaar van de dieren.
- Neem eventueel contact op met de Vlaamse dienst voor natuur en milieu. Je vindt op de site www.vlaanderen.be een meldingsformulier voor verwaarloosde of mishandelde dieren.
- Als je niet weet wie de eigenaar of verantwoordelijke is van de dieren of als je vindt dat de situatie dringend is, neem dan contact op met de lokale politie.